Filosofie is efficiënt tobben, las ik een paar dagen geleden op mijn Flow-kalender. Het is een uitspraak van René Gude, die stelt dat tobben tijd kost, onaangename tijd, en dat filosofie net zo veel tijd kost, maar die tijd is aangenamer. Zijn uitspraak zet me aan het denken. Mijn limonade maken is ook een soort filosofie, een praktische filosofie om het tobben een positieve wending te geven, of het zelfs helemaal naar de achtergrond te verbannen. Terwijl ongetwijfeld iedereen genoot van het heerlijke zomerweer de afgelopen dagen, lag ik ziek op de bank. Daar was weinig limonade aan. Maar nu ik weer op de been ben –altijd op het moment dat er weer gewerkt moet worden- heb ik de keuze om me zielig te blijven voelen om alle leuke dingen die ik gemist heb of te gaan genieten van het feit dat ik nu niet meer ziek ben. Dat laatste is limonade maken. En voor dat laatste kies is.
Ik geef mezelf een limonademomentje. Als pauze. In de vorm van een koude douche. Niks snel snel, praktisch, maar een limonadedouche, dat wil zeggen: met tijd en aandacht. De waterdruppels strijken langs mijn lichaam. Ik stel me daarbij voor dat de afgelopen dagen door het doucheputje wegspoelen. Het koude water verkoelt mijn lichaam, brengt mijn hoofd tot rust. Ik ben me bewust van elke druppel die mijn huid aanraakt. Het voelt weldadig. Limonade is een koude douche, denk ik, en vraag me af of René Gude dat filosofisch zou vinden.