Waarom lukt het vaak toch zo slecht om goed voor jezelf te zorgen, vroeg ik me vanmorgen af, terwijl ik weer niet mediteerde, weer geen yoga-oefeningen deed, mijn zoveelste kop koffie inschonk en snel een boterham naar binnen propte in plaats van een bak yoghurt met fruit klaar te maken? Geen tijd, denk ik, met mijn kleine meisje hangend aan mijn been. Geen energie, denk ik, terwijl ik het vijftigste rondje met mijn kleine meisje door de kamer loop. Geen zin, denk ik, als zij even in bed ligt en ik snel de troep op kan ruimen en een wasje kan draaien. Toch zijn het excuses, hoe waar allemaal ook. En slechte excuses ook, want is dat kleine meisje niet juist het beste excuus om het goede voorbeeld te geven?
Waarom het mij vaak niet lukt om goed voor mezelf te zorgen, is omdat ik dat ‘goed voor mezelf zorgen’ veel te groot maak. Het omvat mediteren, yoga, fietsen, suikervrij en veganistisch eten, schrijven, tekenen, veel tijd met mijn gezin doorbrengen, maar ook met vrienden en vriendinnen, boeken lezen, schrijfopdrachten binnenslepen en uitvoeren, geen alcohol drinken en tijd inruimen voor ontspanning. Klinkt bijna als drie fulltime banen, toch? Ik leg de lat zo hoog voor mezelf, dat het aantrekkelijker is om maar helemaal bij die lat uit de buurt te blijven.
Maar hoe moet ik het dan doen? Kleine stapjes, dame, fluister ik zachtjes tegen mezelf. Sta jezelf toe om dezelfde kleine stapjes als je dochter te zetten. Verplicht jezelf niet langer tot reuzensprongen. Oké – I hear ya – kleine stapjes dus; maandagavond yoga, woensdag suikervrij en veganistisch eten, donderdagavond schrijf- en tekenavond. Of zou dit nog te groot zijn? Ik weet het niet, ik ga het voorlopig even op deze manier proberen.
Hoe doen jullie dat, goed voor jezelf zorgen? En hoe ziet jullie ‘goed’ eruit?