Hoe moet je limonade maken van een Pasen die grotendeels in het ziekenhuis werd doorgebracht? Ik denk door allereerst de hoofdrolspelers aan jullie voor te stellen: mijn schoonmoeder en een paashaas.
Die haas rende zichzelf midden in de nacht tussen Groningen en Deventer te pletter tegen onze auto, toen we donderdagnacht terugreden uit het UMCG van een levertransplantatie voor mijn schoonmoeder die niet doorging omdat de lever werd afgekeurd. Deze haas is niet meer dan symbolisch: een teken dat er met Pasen opnieuw iemand zou sterven met een voor haar geschikte lever.
Dan mijn schoonmoeder. Ik weet niet of zij aan de paaseieren zat toen het telefoontje op eerste paasdag haar vertelde dat ze weer snel naar het ziekenhuis moest komen. Misschien keek ze televisie. Of lag ze te slapen. Waarschijnlijk was er in de tuin een kat aan het miauwen. Dit is speculatie. Ik weet wel dat ze bang was vlak voor ze de OK in ging, en heel dapper. Ik weet dat ze haar oude lever in de OK achterliet en tien uur later met een nieuwe lever naar de IC werd gereden. Ik weet dat ze daar nu met tientallen slangetjes en draadjes aan allerlei piepende en knipperende apparaten is vastgekoppeld.
Pasen draagt de belofte in zich van een nieuw begin. Al die eieren, bloemen, broedende vogels, lammetjes in de wei. Met Pasen bruist alles van nieuw leven. En een nieuwe lever voor mijn schoonmoeder betekent voor haar in zekere zin ook een nieuw leven. Er waren geen paaseitjes in het ziekenhuis. Maar er was een haas die een nieuwe lever bracht. En dat is een heel goed begin. Misschien een wat povere poging tot limonade, ik weet het. En een dappere schoonmoeder die beter verdient. Maar in elk geval limonade gemaakt met heel veel liefde.