Inmiddels zit mijn tweede week geven er bijna op. En opnieuw las ik een roman die zo op het eerste gezicht niets met geven te maken heeft en me toch weer prachtige lessen meegaf over dit onderwerp. Zoals de kraai vliegt van Deventer schrijver Jan van Kessel speelt in een klein dorpje in Montana met 23 inwoners, waarvan je er zeven vrij goed leert kennen. Ze weigeren zich aan te passen aan de wereld om hen heen, maar streven ernaar authentiek te leven. Te doen wat echt bij hen past, omdat ze daarmee zichzelf, maar ook de wereld en elkaar het best dienen. Leef je echt of ben je vooral bezig met overleven, is een vraag van hoofdpersoon Blase, wolkenkijker, die mij ook bezighoudt. Wat wil je het liefst doen en waarom doe je dat dan niet? Wat weerhoudt je ervan om te zijn wie je ten diepste bent?
Al deze mooie personages organiseren één keer per jaar een groot weggeeffeest. Dit vindt zijn oorsprong in een oude Indiaanse traditie. Het is allesbehalve een rommelmarkt, het gaat er juist om iets weg te geven dat je dierbaar is. Het gaat om loslaten, om onthechting. Jan van Kessel schrijft: “Het geeft ons de kans onszelf te vernieuwen. Het is net alsof je met een scrubborstel een laag van oude huidcellen eraf boent. Er ontstaat weer ruimte om te ademen.” Prachtig, toch?
Ik denk dat ik met het weggeven van mijn Ganesha’s en engelen een tijdje geleden een beetje van mezelf heb losgelaten. Wat ik de afgelopen week heb weggeven varieerde van verjaardagscadeautjes tot nog een Nepal donatie, van complimenten tot een etentje, van mooie stofjes tot geld voor een straatmuzikant. Ik ga de komende week geven in met het idee van ‘geven om mezelf te vernieuwen’. Kijken wat dat oplevert. Doet er nog iemand mee?