In Het hart van Boeddha’s leer schrijft Thich Nhat Hanh dat we allemaal positieve en negatieve zaden in ons dragen. In een soort enorme opslagplaats ergens diep binnen in ons liggen die allemaal door elkaar. Het is zaak de positieve zaden te herkennen en die water te geven. Er contact mee te maken. En als een negatief zaadje per ongeluk toch water krijgt en zich manifesteert, omarm je het met je oplettendheid en helpt het terugkeren naar waar het vandaan kwam. ‘Nodig uitsluitend positieve zaden uit naar boven te komen en plaats te nemen in de huiskamer van je bewustzijn,’ schrijft Thich Nhat Hanh.
Het boeddhisme kent hiervoor een mooie oefening: ‘de spijker vervangen’. Wanneer een houten spijker is weggerot of vergaan, zal een timmerman hem vervangen door op precies dezelfde plek een nieuwe spijker in de oude te slaan. Dit moeten we ook doen met onze gedachten, observaties en gevoelens. Als er een gedachte of gevoel bij je opkomt die je als onheilzaam beschouwt, kun je een andere gedachte of gevoel uitnodigen om die te vervangen. ‘Vele zaden in je opslagbewustzijn zijn heilzaam en mooi. Adem gewoon in en uit en nodig een ervan uit naar boven te komen, dan zal het andere zaadje naar beneden gaan.’
Prachtig toch, al die zaden in je interne opslagruimte en jijzelf als degene die de gewenste zaden uitnodigt in de huiskamer van je bewustzijn. In plaats van limonade maken van je citroenen, je citroenen gewoon helemaal niet uitnodigen.
Ik vind het een mooi beeld om even op te kauwen.