Een nieuwe stap nemen, een nieuw woord uitspreken –dat is wat de mensen het meest vrezen, schreef Dostojewski. Ik weet niet of dat voor alle mensen geldt, maar ik weet wel dat het in zeer grote mate voor het mensje dat hier deze blog volkrabbelt, geldt. Ja, ik ben ontzettend bang voor nieuwe stappen. Zo bang dat ik ze het liefst niet zet. Of aan de hand van mijn vriend. Dat is Maak Limonade voor mij ook: mezelf uitdagen om wel die nieuwe stappen te zetten. Angst is een citroen. Tijd voor limonade dus.
Yoga is voor mij heel erg limonade. Ik weet dat het goed voor me is, dat ik er op alle mogelijke manieren positief door gevoed wordt, maar oh… wat blijft het eng. Vanmorgen regende het, en meteen klonk er een stemmetje in mijn hoofd: nou, dan blijf je toch lekker thuis, je gaat toch niet door die regen fietsen. Kop dicht, snauwde ik mezelf toe. En zond een berichtje het universum in of het alsjeblieft mocht ophouden met regenen. De laatste druppel regen viel drie minuten voor ik op mijn fiets zou moeten wegrijden. Ik had geen excuus om niet te gaan.
De anderhalf uur op mijn yogamatje zijn een constante worsteling met een knorrende maag, verkeerde sokken, stijf lijf, verwarring tussen links en rechts en daar van alles over vinden en wat moeten anderen daar dan wel weer niet van denken. Ik ben nog steeds meer bezig met anderen dan met mezelf. Als iedereen in de kaarshouding staat, zou ik zo klein als een muisje willen worden om door een gat in de muur weg te kunnen kruipen. Want ik kan de kaars niet. Tijdens het zingen van de mantra Om zoek ik wanhopig naar mijn stem, maar er komt geen geluid, hooguit een laag gebrom uit mijn keel. Tijdens de driehoekshouding kan ik mijn evenwicht niet houden en val om. Tijdens de eindontspanning ben ik de rest van de dag alweer aan het inrichten. En toch, en toch, is het de best bestede anderhalf uur van de week.
Want dan het moment op de fiets naar huis. Zelfs als er geen straaltje zon te zien is, zie ik zon. Voel ik zon op mijn huid. Hoor ik vogels zingen, niet één, maar een heel koor. En ze zingen voor mij. En de bomen buigen hun hoofd. Krokussen in het park richten zich op. Er is een regelrecht lijntje tussen mijn hart en de wereld. Elke woensdag als ik na mijn yogales naar huis fiets, voel ik me verbonden met alles en iedereen. Ook al kan ik een aantal houdingen niet, toch weet het universum zich in mij binnen te dringen. En andersom. Op woensdag ben ik de bloesemende boom langs het spoor, waar diezelfde ik van achter haar laptop op uit kijkt.
Mooi hoor. We leren je wel erg goed kennen op deze manier.
Prachtig! Via jou limonade komt het universum ook bij ons binnen. Doorgaan please!
Jij bent altijd die bloesemende boom, hoewel misschien soms een citroenboom, maar wel met bloesem. En sap. Voor limonade.
Dank. Lief. Ik vind jou een meer gewortelde boom, met mooie bloesems en fris blad.