Het is alweer de laatste maandag van de maand en dat betekent: Maak Iets Maandag. Met Pasen voor de deur kon het natuurlijk niet anders dan een paasthema krijgen. Eieren dus, veel eieren. Van was en met gehaakte mutsjes. De eierkaarsen zijn niet erg spannend om te maken, maar zien er wel leuk uit. Als je deze week een eitje bakt, bewaar je je kapotte ei. En aan het eind van de week smelt je wat kaarsenresten in een pannetje en dat giet je in je eieren. Lontje erin en klaar is je kaars. Zet ze in een eierdoosje of in zo’n leuk vintage eiersetje dat ik laatst in de kringloopwinkel tegenkwam. De gehaakte mutsjes zijn wat arbeidsintensiever. Je begint met 3 lossen en maakt die met een halve vaste tot een cirkel. Verder haak je eigenlijk alleen maar vasten. Voor toer 1 haak je 6 vasten in de cirkel. Voor toer 2 haak je in elke steek 2 vasten. Voor toer 3 haak je 2 vasten in een steek en dan 1 vaste, (aan het eind van deze toer heb je dan 18 vasten). In toer 4 wordt dat 2 vasten in een steek en dan 2 vasten. In toer 5 haak je 2 vasten in een steek en dan 3 vasten. Je hebt dan 30 vasten. Vanaf toer 6 haak je in elke steek 1 vaste. Haak door tot je je mutsje hoog genoeg vindt. Voor de flappen haak je 15 vasten en dan keer je het werk. Haak 1 losse, 5 vasten en keer het werk. Haak 4 vasten, keren, haak 3 vasten, keren, haak 2 vasten, keren en tenslotte 1 vaste. Doe aan de andere kant hetzelfde. Haak nog een randje vasten in een contrasterende kleur langs de hele voorste rand en flappen. Je kunt er pompons of een andere versiering aan hangen.
Als je nog een gezichtje op je ei tekent, is het helemaal af. Drijfkaarsjes maak je ook heel snel en makkelijk in oude bakvormpjes. Wederom kaarsenresten smelten en in de vormpjes gieten. Lontje erin en branden maar! Vrolijk Pasen!