Oké, we weten dat 1 zwaluw nog geen zomer maakt, maar met appels is dat een heel ander verhaal. 1 Appel maakt namelijk wel degelijk een tuin, als je het mij vraagt. Desiree Jonagold heeft deze zomer (opnieuw) ons kleine plaatsje achter het huis tot tuin verheven. Want waar een appel aan een boom hangt, daar wordt serieus gebloeid en gegroeid. Er leek deze zomer ook even sprake te zijn van een peer, maar dat is nooit meer geworden dan dat: een aanzet tot peer. Terwijl die beginnende peer een beginnend peertje bleef, kroop het beginnende appeltje uit haar bladerschulp en groeide en groeide, tot dit prachtige blozende appeltje.
Gelukkig maar, want verder is het wat stil in de tuin. Sinds Willy de wonderkat verhuisde naar een andere tuin, lijken de bomen elkaar niets meer te zeggen te hebben. Ze zwijgen maar, bewegen hooguit zachtjes mee met de wind, maar gezellig kletsen, ho maar. Het is stilte troef. Ik ga ervan uit dat als mijn kleine meisje hier volgend jaar rondloopt en honderduit brabbelt Desiree, Patricia en Cynthia geen weerstand kunnen bieden aan haar charmante schattigheid en weer praatjes en vruchten krijgen, maar op dit moment zijn het alleen de koolmeesjes en de musjes die zorgen voor een vrolijke noot. En die ene appel.
Tagarchief: perenboom
Meet the Cynthia
Mijn bomenbestand in de tuin is uitgebreid. Sinds vandaag woont, naast appelboompje Desiree Yona Gold en perenboompje Patricia, nu ook Cynthia, een citroenboompje, in onze tuin. Ik vond dat in de tuin van een limonademaakster een citroenboom gewoon niet mocht ontbreken. En ik denk dat het universum het met die gedachte eens was, want prompt liep ik tegen een citroenboompje aan. Niet zo letterlijk dat het pijn deed, maar wel zo letterlijk dat ik een klein vreugdesprongetje deed, de boom afrekende en mee naar huis sjouwde.
Daar staat ze nu te wennen, mooie Cynthia. De drie dames zijn wat stil, maar ik verwacht de rest van de zomer toch een vrolijk geklets in de tuin te horen. Patricia is best een kletskous, al heeft ze met de hooghartige Desiree niet een heel hechte band. Het blijft bij wat beleefde uitwisselingen over hun appel- respectievelijk peergroei. Eén appel groeit er aan Desirees ranke takken en één peer maakt een schuchter beginnetje tussen Patricia’s volle bladerjas. Cynthia daarentegen draagt al een plukrijpe citroen en een tweede vrucht is in aantocht. Ik hoop dat dat een stimulerend effect op de andere dames in de tuin heeft.
Maar op dit moment voelen ze zich geloof ik wat geïntimideerd. Er heerst een ongemakkelijke stilte in mijn tuin. Misschien zijn ze wat beduusd door de enorme bui van een paar uur geleden, Cynthia’s eerste. Dat biedt wel gesprekstof, zou je zeggen. Ik blijf ze nauwgezet gadeslaan en houd jullie op de hoogte.
Verhaaltje uit de tuin
Kennen jullie ze nog, mijn tuinbewoners? Desiree Yona Gold, het appelboompje dat ik twee jaar geleden van mijn geliefde kreeg, en Patricia, het perenboompje dat als huwelijksgeschenk onze tuin betrad. Twee boompjes van liefde in ons piepkleine achtertuintje. Desiree was een beetje een arrogante dame, erg op zichzelf, terwijl Patricia honderduit babbelde met Willy de Wonderkat en haar takken vrolijk en speels in de rondte gooide. Vorig jaar verraste Desiree met haar toch wat ingetogen karakter door ineens te stralen met prachtige bloesems en vervolgens twee, grote, rode appels. Patricia was daar zo van onder de indruk dat ze in haar schulp kroop en de rest van de zomer niet meer praatte noch bloesemde of peren gaf.
Mijn boompjes hebben het voorjaar geroken. En ik denk dat Patricia heeft gedacht, zoiets als vorig jaar ga ik me niet meer laten gebeuren. Ze trekt vroeg ten strijde, en ze gooit zich helemaal in die strijd, met blad, en knoppen en prachtige bloesems. Desiree kijkt het koeltjes aan. Ze schudt de winterslaap zonder haast van zich af. Misschien dat ze later het strijdarena nog betreedt, alhoewel jaloezie niets is voor deze trotse dame. In elk geval staat Patricia op het moment de show te stelen in de verder nog wat kale tuin. Oh, wat zou het leuk zijn als ik dit jaar peren uit eigen tuin kan plukken met mijn kleine meisje!
Ondertussen in de tuin
Patricia, het perenboompje dat vorige zomer het hoogste woord had in de tuin, blinkt dit jaar uit in zwijgen. Ze groeit wel en ziet er gezond uit, maar ze lijkt maar weinig plezier te beleven aan haar perenboom-zijn. Ik weet niet hoe dat bij bomen werkt, maar misschien maakt ze een bomenpuberteit door. Of een identiteitscrisis omdat ze geen peren draagt. Er kan geen lachje af, geen goedemorgen of welterusten. Ze hult zich in zwijgen.
Desiree, mijn arrogante appelboom, was nooit van veel woorden. Zij heeft van statig staan een kunst gemaakt, fier rechtop als een danser en maakt sierlijke buigingen nu er heuse appels aan haar takken beginnen te prijken. Er is permanent een vogeltje in haar neergestreken. Met haar rood-groene appeltjes steekt Desiree iedereen in de tuin naar de kroon alsof ze zeggen wil: dit is mijn bestemming, ik doe waarvoor ik gemaakt ben. In stilte is zij aan het zijn.
Meneer Braam is de meest agressieve aanwezigheid in de tuin. Niet lullen maar vullen, is zijn credo. Hij slingert zijn prikkende takken woest alle kanten op en houdt geen enkele rekening met wat voor territorium dan ook. Waar ruimte is vult hij die. Dan zijn mevrouw Aalbes en mevrouw Framboos veel bescheidener. Zij breiden hun territorium ook wel uit, maar zonder te prikken en andere struiken in het nauw te drijven. Je hoort ze nog niet vragen aan hun plantenbuur of ze er misschien bezwaar tegen hebben als ze hun takken een stukje verder naar links en naar rechts afbuigen. Zeer goede omgangsvormen.
Tussen de druiventakken houdt een koolmeesje alles nauwlettend in de gaten. Met een verse worm in zijn bek gaat hij naar zijn jongen, wat een schattig gekwetter teweegbrengt. Willy, de wonderkat, heeft het opgegeven met al die tuinbewoners. Het wordt hem te druk in de tuin, zijn tuin nota bene. Hij ligt in de schaduw van de kliko, zegt af en toe miauw op een klaaglijke toon, rolt zich eens door het zand en doet dan zijn ogen weer dicht.
Er zou een heleboel gedaan kunnen worden in de tuin, maar deze zomer moet mijn tuin zichzelf maar redden. Ik beperk me tot oogsten en water geven. Het verpotten en verplaatsen van planten, luis- en slakvrij maken en uitdunnen, gebeurt dit jaar gewoon een keertje niet. Ik zit in een luie tuinstoel de tuin zomaar wat gade te slaan en vraag me af of planten ook denken. En zo ja, wat.
Tuintaferelen
Kennen jullie ze nog van vorige zomer, mijn gezellige tuinbewoners? Desiree Yona Gold, mijn ietwat arrogante appelboompje, Patricia, mijn openhartige maar stiekem ook een beetje verlegen perenboompje, en natuurlijk Willy, onze wonderkat die tuin, huis, kasten, aanrecht, bank, bed en bad bewoont.
Hun relatie is afgelopen winter wat bekoeld. Willy liet zich niet zoveel buiten zien en Patricia en Desiree, toch al niet de beste vrienden, keerden zich in zichzelf om de kou te trotseren. Bij de eerste zonnestralen herinnerde Willy zich zijn vriendinnetje Patricia van vorige zomer weer. Enthousiast liep hij om haar heen te miauwen, praatte haar bij over zijn belevenissen van het afgelopen half jaar – waarschijnlijk beklaagde hij zich over luidruchtige klusjesmannen die een hoop herrie maakten in zijn huis en over zijn baasje dat ineens een enorme bal in de buik heeft waar hij altijd op ligt, zijn buik -. Patricia schudde de winter van zich af, blij met Willy’s aandacht en weer wat levendigheid in de tuin.
Desiree de stille, die vorig jaar de belofte van appels en geluk met zich meebracht maar die belofte niet nakwam, heeft dat helemaal goedgemaakt door ongelofelijk mooi te bloesemen. Alsof ze mij en iedereen eigenlijk er even op wil wijzen dat zij wel de eerste tuinbewoonster was en als zodanig recht heeft op een voorkeursbehandeling. Hoe die voorkeursbehandeling eruit zou moeten zien, vertelde ze er niet bij. Maar ik vermoed dat het te maken heeft met misschien iets lekkerder en meer water dan al die andere tuinbewoners die er inmiddels bij gekomen zijn en altijd als eerste. Dat is te doen. Dat gun ik haar, mijn arrogant-bloesemende schoonheid.
De overige bewoners hebben trouwens niet de eer van een naam gekregen. De vijg heet gewoon vijg en de braam is braam. De bessenstruiken hebben bij gebrek aan specifiekere informatie de nummers 1 en 2 gekregen. Ze zijn ook geweldig hoor, deze struiken, maar ik hoor ze weinig babbelen en nou eenmaal niet iedereen in de tuin kan een hoofdrol vervullen. Die eer blijft dus voorbehouden aan Desiree, Patricia en Willy. Ze zijn nu nog een beetje aan het aftasten hoe de verhoudingen ook alweer liggen, maar als ze straks weer het hoogste woord voeren, zal ik er zijn om er stiekem naar te luisteren. Ik houd jullie op de hoogte.
IJsheiligen ammehoela
Oké oké, ik weet het, ik neem een risico. Het is nog meer dan een maand tot IJsheiligen. Het kan maar zo gebeuren dat de kleine kwetsbare plantjes die ik nu zo enthousiast al buiten zet, hartstikke doodvriezen de komende maand. Maar ik wil zo graag dat het al warm genoeg is voor een weelderig bloeiende tuin! Waar vlindertjes vrolijk fladderen, appels en peren de takken van mijn bomen doen doorbuigen, ik lekker aardbeitjes en besjes en frambozen en bramen van de struiken kan plukken. Ik wil zo graag! Dus kan ik niet wachten tot de verjaardagen van de strenge heilige heren met vorst in hun naam voorbij zijn. Dat duurt gewoon nog te lang.
Mijn appel- en mijn perenboom zijn geheel naar eigen inzicht begonnen zich op te maken voor een vruchtbare zomer. Nu de eerste knoppen en bladeren zich laten zien, krijgt de tuin meteen een ander uiterlijk. Alsof het echt een tuin is en niet gewoon een klein stenen plaatsje achter het huis. De aubergine en spinazie mogen het vanaf vandaag buiten gaan proberen.
Mijn bessenstruikje was oktober vorig jaar bijna in de groencontainer beland. Het struikje had de hele zomer niets gedaan dan treurig haar kopje buigen en leek gewoon niet meer te willen. Een suïcidale plant, zeg maar. Dat kan natuurlijk niet goed zijn voor de sfeer in de tuin. Maar manlief die de zware pot met struik diende te verplaatsen, was daar nog niet aan toegekomen, en kijk het struikje nu toch eens. Een blozend levenslustig struikje, dat vast heel veel besjes gaat geven deze zomer!
Op de olifant staan verschillende soorten sla zich al heel dapper teweer te stellen tegen de zon overdag en de kou ´s nachts. Over een paar weken verwacht ik de eerste sla al te kunnen oogsten. Prei, andijvie en lente-ui zullen nog wat langer op zich laten wachten, maar dat mag. Ondertussen hebben ook mijn aardbeienplantjes van vorig jaar bedacht dat het tijd is om zich eens goed uit te rekken en hun bladeren uit te slaan.
Ik doe dus net alsof ik het volgende rijmpje nog nooit gehoord heb.
Voor IJsheiligen de bloempotten buiten,
veelal kun je er dan naar fluiten,
wacht af tot de heiligen zijn voorbij,
de bloemen zijn u daarvoor blij.
St. Mamertus, St. Pankratius, St. Servatius en St. Bonifatius, nooit van gehoord. Leve het voorjaar!
Verhaaltje uit de tuin
Ik wil graag een nieuwe bewoner van mijn tuin aan jullie voorstellen. Desiree Jonagold, mijn appelboom, kennen jullie, maar sinds ons trouwen staat daar Patricia naast. Patricia is een jong perenboompje, dat als huwelijksgeschenk met ons mee naar huis mocht. Desiree is een ranke dame, lang en een beetje trots. Patricia verlevendigt de boel een beetje. Ze is speels, een stuk kleiner dan Desiree en door de manier waarop ze zich kleedt in haar bladeren, lijkt ze wat mollig. Ze is een vrolijke noot in de tuin. Terwijl Desiree ietwat uit de hoogte haar buurvrouw negeert, buigt Patricia zich juist nieuwsgierig naar die vrouw naast haar toe. ‘Hallo, ik ben nieuw hier,’ hoor ik haar kwebbelen. ‘Hallo, woont u hier al lang?’ Trotse Desiree zwijgt. ‘Krijgt u later als u groot bent ook peren aan uw armen?’ Geen antwoord.
Daar komt Willy de tuin ingewandeld. Wat hoor ik toch in míjn tuin, zal hij ongetwijfeld gedacht hebben. Willy houdt wel van gezelschap. Als er niemand tegen hem praat, miauwt hij de hele buurt bij elkaar. Zijn volumeknopje kent geen zacht. Ik zie hem zoeken naar de oorsprong van het geluid. Miauw, klinkt het hard. Patricia lijkt er een beetje van te schrikken. Wat ben jij voor een boom?’ hoor ik haar verlegen vragen. Ik kan Willy’s antwoord niet verstaan, want hoewel ik bomen kan verstaan, spreek ik de taal van katten niet. Al zijn miauwen klinken voor mij hetzelfde. Ik denk dat hij haar heeft uitgelachen, want Patricia zegt ‘Oh’ en valt dan stil. Even later word ik uit mijn mijmeringen opgeschrikt door haar zachte stemmetje: ‘Kunnen bomen en katten ook vrienden zijn?’ Miauw miauw. Dat kan dus van alles betekenen. Willy loopt naar de enorme plantenbak waar Patricia in staat, en geeft er kopjes tegen. Ik heb bomen nog nooit horen lachen, maar het geluidje dat Patricia maakt, zou denk ik toch wel als een soort lach kunnen kwalificeren. Het is een geluidje van intense tevredenheid in elk geval. Willy begint er spontaan van te spinnen.